Gerlieke heeft Hobo bachelor en master gestudeerd aan het Conservatorium in Amsterdam.
Daarnaast heeft zij op hetzelfde conservatorium Docent Muziek gestudeerd. Zij speelt hobo, piano en contrabas.
Gerlieke geeft hobolessen aan leerlingen van groep 5. Wat zij vooral wil overbrengen is hoe leuk het is om samen muziek te maken en op welke manieren je dat allemaal kan doen. Zo wordt er elk jaar een eigen liedje gecomponeerd, met zelf opgeschreven muzieknoten en een zelfbedachte tekst.
Het liefst speelt ze klassieke muziek, daar komt de hobo ook het mooist tot zijn recht. Maar inmiddels maakt ze ook graag uitstapjes naar andere genres, zoals klezmer en jazz en pop. Naast het lesgeven, heeft ze een vaste rol in het Ars Musica Orkest en Musica Michaelis. Daarnaast speelt ze geregeld mee met veel verschillende orkesten en vormt zij een duo met gitaar.

Wat Gerlieke zo mooi vindt aan muziek is dat bij muziek samenwerken een hele grote rol speelt en je samen hele mooie dingen kunt bereiken. Het geeft haar veel voldoening als er gezamenlijk een heel goed concert wordt gegeven en het publiek heel enthousiast is. Het publiek even helemaal meenemen naar een andere wereld: daar gaat het om! Daarbij vindt zij het juist leuk om niet alleen maar muziek naar ‘concertpubliek’ toe te brengen, maar ook bijvoorbeeld naar kinderen, of andere doelgroepen zoals asielzoekers, ouderen, zieken in een ziekenhuis, etc.
Het hoogtepunt van haar muziekcarrière was toch wel het het Ricciotti Ensemble (www.ricciotti.nl). Met dit ensemble heeft ze geleerd hoe bijzonder en mooi het is om muziek naar de mensen toe te brengen en op te treden op de meest uiteenlopende locaties: gevangenissen, asielzoekerscentra, ziekenhuizen, etc. Alle muziekgenres werden gespeeld.

 

” Wat ik zo mooi vind aan muziek, is dat het een groep een gevoel van verbondenheid kan geven. Iedereen is nodig, alle neuzen moeten dezelfde kant op staan en dan kan je samen iets heel moois neerzetten. Ook het plezier in muziek en het spelen met muziek vind ik ontzettend leuk. Je kan er heel veel creativiteit in kwijt, én als docent én als leerling.”